Zakelijk sparen

Een zakelijke spaarrekening geeft meestal een lagere rentevergoeding dan een spaarrekening voor particulieren. Teneinde niettemin een aantrekkelijke rentevergoeding te krijgen, moeten rechtspersonen wat meer moeite doen.

De reden dat bedrijven achtergesteld worden bij privé personen is dat mensen graag een spaarrekening openen bij een bank wanneer deze een hogere rente geeft dan concurrenten. Maar als de rentevergoeding minder aantrekkelijk wordt, zijn bedrijven ook zo weer weg. Bij veel bedrijven wordt immers op regelmatige basis de kaspositie bewaakt.

Bij particuliere spaarders is dat anders. Die hebben ook andere zaken aan hun hoofd en hebben meestal geen zin en tijd om achter de hoogste rente aan te gaan. Eenmaal de rekening geopend blijft de meerderheid de bank trouw ook al komen er andere banken met een hogere rente.

Heeft u een vennootschap met vrijwel uitsluitend beleggingen zoals een stamrecht-BV, een pensioen BV of een vrijgestelde beleggingsinstelling dan heeft u het veelal gemakkelijker. U kan dan bij sommige banken een spaarrekening voor particulieren openen. Dit type vennootschappen worden namelijk meestal beheerd door particulieren en niet door bedrijven.

Voor stamrecht BV’s is er ook nog de optie om een bankspaarrekening te openen. Stamrechtspaarrekeningen geven vaak een hoge rentevergoeding omdat het om tegoeden gaat die veelal pas op langere termijn nodig zijn. Om als stamrecht-BV een bankspaarrekening te kunnen openen, eist de bank een goedkeuring van de Belastingdienst. Dat maakt het echter een veel minder flexibele optie dan een normale spaarrekening voor zakelijke spaarders. Als u het geld weer wilt opnemen om het naar een andere bank te brengen, moet u eerst weer naar de Belastingdienst.

Bijna alle banken die in Nederland spaarrekeningen voor rechtspersonen zijn gegarandeerd onder het Nederlandse Depositogarantiestelsel. Deze bescherming geldt tot een bedrag van € 100.000. Het Garantiestelsel geldt behalve voor particulieren ook voor bedrijven en organisaties die een zogenoemde verkorte balans mogen neerleggen bij de Kamer van Koophandel. Dit geldt wanneer er minimaal twee achtereenvolgende jaren aan minimaal twee van de navolgende voorwaarden voldaan is:

– minder dan 4,4 miljoen euro bezittingen
– minder dan 8,8 miljoen omzet per jaar
– minder dan 50 werknemers

Voor stamrecht BV’s, vrijgestelde beleggingsinstellingen en pensioen BV’s geldt dit vrijwel altijd.

Waar een spaarrekening voor particulieren tegenwoordig bijna altijd geheel via internet geopend kan worden, is dat voor zakelijke spaarrekeningen (nog) niet altijd de norm. In sommige gevallen dient u meteen een papieren formulier in te vullen en soms wordt het u toegezonden na eerst een paar gegevens via de website ingevuld te hebben. Houdt u er rekening mee dat u minstens de volgende documentatie nodig heeft:

– Identiteitsbewijzen bestuurders c.q. gemachtigden
– Recent uittreksel Handelsregister

Verder wordt meestal als eis gesteld dat uw onderneming een Nederlandse rechtspersoon moet zijn. In de praktijk blijkt echter dat een in Nederland gevestigde Ltd (bijvoorbeeld een stamrecht Ltd) geen probleem is. En ook op welk moment de spaarrekening niet openstaat voor NV’s is het openen van een rekening op naam van een Vrijgestelde beleggingsinstelling (dit zijn bijna altijd NV’s) vaak geen probleem. Informeer om zeker te zijn vooraf.

In deze tijden van lage rentes, kunt u slechts een goed rendement krijgen als u actief op zoek gaat naar spaarrekeningen met een hoge rente. Second Start heeft op haar website een overzicht met alle rentetarieven voor zakelijk sparen, inclusief die voor stamrecht-BV’s, pensioen-BV’s en VBI’s.

Kan ik zelf een stamrecht BV oprichten?

De oprichting van een stamrecht-BV is een ingewikkeld proces waaraan verscheidene specialismen bijdragen. Maar met enige fiscale en juridische ervaring en onderstaande informatie kunt u ook een groot deel zelf doen.

Allereerst: wat is een stamrecht BV? Kort samengevat is een stamrecht BV een normale besloten vennootschap (BV) die door een ontslagen ex-werknemer aangewend kan worden om een ontslagvergoeding zonder loonheffing te betalen te ontvangen. De BV sluit dan één of meer contracten (de zogenaamde stamrechtakten) met de ex-medewerker (in het algemeen de enig directeur en eigenaar van de B.V.) waarin de BV belooft om meteen of op een later tijdstip uitkeringen aan de medewerker te doen. Op dat moment moet wel loonheffing afgedragen worden maar het inkomen wordt dan wellicht tegen een lager tarief belast. De fiscale basis waarop deze regeling berust is de zogenaamde stamrechtvrijstelling.

Om met een stamrecht-BV gebruik te maken van de stamrechtvrijstelling moet minimaal aan de volgende twee vereisten voldaan zijn:

1. De B.V. moet ‘perfect’ (opgericht) zijn hetgeen wil zeggen dat de oprichtingsakte door de notaris ‘gepasseerd’ moet zijn.
2. Er moet een stamrechtakte ondertekend zijn die voldoet aan alle belastingtechnische vereisten voor de stamrechtvrijstelling.

Wat dient er te gebeuren om aan beide vereisten tegemoet te komen?

1. De oprichting van de BV
Het oprichten van een BV kan slechts door een notaris gedaan worden. Voor het oprichten moet u aan de notaris informatie verstrekken voor de op te richten BV alsmede de (persoonlijke) gegevens van de oprichter. Voor de B.V. moet de notaris onder meer weten wat de naam en de doelstelling van de BV is. De naam mag niet dezelfde zijn als die van een al bestaande B.V.. Daarnaast is het aanbevelingswaardig om een naam te selecteren die bij gebruik als onderneming (handelsnaam) niet dezelfde is of erg lijkt op een naam van een vergelijkbaar bedrijf. U kunt hiertoe de internetsite van de Kamer van Koophandel raadplegen of de Kamer van Koophandel vragen een handelsnaamonderzoek te laten doen. Aan deze laatste mogelijkheid zijn wel kosten verbonden. Het doel moet minimaal het beheer van het stamrecht omvatten maar verder is het aanbevelingswaardig de doelomschrijving zodanig uit te breiden dat – indien u op een later moment een bedrijf willen voeren vanuit de BV – tevens andere activiteiten tot de mogelijkheden behoren.

Verder moet de B.V. tevens een bankrekening hebben om de ontslagvergoeding te kunnen ontvangen (en tot 31 december 2011 ook om het benodigde minimum eigen vermogen van 18.000 euro te kunnen storten). Voor het openen van de bankrekening is het niet nodig dat de B.V. al opgericht is. De meeste banken hebben genoeg aan de conceptstatuten. Plaatselijke bankfilialen zijn echter veelal niet goed op de hoogte van de voorschriften en zullen een uittreksel uit het handelsregister vragen. Wijs de bank in dat geval op de landelijke voorschriften.

Het oprichten van de B.V. kan in een week gereed zijn. Tot het eind van 2011 kan het wat langer duren in verband met de opening van de bankrekening. Houdt voor het openen van de rekening rekening met een week.

2. De stamrechtovereenkomst(en)
In een stamrechtakte wordt vastgelegd wanneer er periodieke uitkeringen gedaan zullen worden. Dat kan op twee manieren: door de stamrechtuitkeringen voor onbepaalde tijd (uiterlijk dienen de stamrechtuitkeringen in te gaan op vijfenzestigjarige leeftijd) uit te stellen of door deze meteen te laten ingaan. In dat laatste geval moet het bedrag van de uitkeringen vastgelegd worden. Van beide vormen van de stamrechtovereenkomst kunt u op de pensioensite van de fiscus een model vinden.

Wanneer u direct uitkeringen wilt ontvangen uit uw stamrecht BV moeten de stamrechtuitkeringen actuariëel berekend worden. Maar de meeste mensen hebben hiertoe niet de vereiste expertise of actuariële software en de diensten van een actuariëel bureau zijn niet goedkoop. Een andere mogelijkheid is om een offerte bij een verzekeringsmaatschappij te vragen voor een lijfrente met als koopsom uw gouden handdruk en de geoffreerde lijfrente te gebruiken als uitkering in de stamrechtakte.

Verder is er de zogenoemde tripartite (drie partijen) stamrechtovereenkomst. Deze is alleen nodig als de werkgever dit eist voor het overmaken van de ontslagvergoeding naar de stamrecht-BV van de medewerker. In deze overeenkomst wordt bepaald dat er een stamrecht in het leven geroepen zal worden. De belangrijkste doelsteling voor de ex-werkgever hierbij is om de aansprakelijkheid voor eventuele loonheffing bij de medewerker te leggen. Wanneer de werknemer namelijk niet aan alle belastingtechnische voorwaarden van de stamrechtvrijstelling voldaan mocht hebben (bijvoorbeeld wanneer hij verzuimt de stamrechtovereenkomst met zijn BV te ondertekenen) dan kan de fiscus alsnog bij de ex-werkgever afdracht van de niet betaalde loonheffing eisen.

Meestal zal de werkgever verzoeken dat de ex-medewerker een brief van de belastingdienst overlegt waarin deze accordeert dat de gouden handdruk zonder loonbelasting betaald kan worden naar de bankrekening van de stamrecht BV. De fiscus baseert zich hierbij op de ontslagdocumentatie (beëindigingsovereenkomst of een uitspraak van de rechter samen met het verzoek- en verweerschrift) en de stamrechtovereenkomst(en). Alhoewel zo’n verklaring niet noodzakelijk is, geeft het de ex-werkgever meer zekerheid dat de werknemer zijn zaken belastingtechnisch in orde heeft. Tevens is het voor de ex-medewerker plezierig deze belastingtechnische zekerheid te hebben. De tijdslijn voor het verkrijgen van de goedkeuring van de fiscus hangt af van de werkdruk bij de betreffende belastinginspectie en kan variëren van enkele dagen tot enkele weken.

Indien de B.V. opgericht is en – wanneer nodig – de goedkeurende verklaring van de fiscus verkregen is en/of de tripartite stamrechtakte ondertekend is, kan de ontslagvergoeding door de ex-werkgever overgemaakt worden op de bankrekening van de stamrecht-BV. Daarna dient de (twee-partijen) stamrechtakte getekend te worden.

Na het oprichten van de B.V. ontvangt u van de belastingdienst het formulier “Opgaaf startende onderneming”. Hierop vult u onder meer in of u met uw BV een onderneming gaat beginnen en of u werknemers heeft. De fiscus bepaalt hiermee of u belastingplichtig bent voor de omzetbelasting en/of de loonheffing. U bent belastingplichtig voor de omzetbelasting als u een onderneming start en de intentie heeft te gaan factureren. Voor de loonheffingen is de B.V. belastingplichtig als deze stamrechtuitkeringen doet of salaris betaalt.

Uitkeringen uit een stamrecht BV in België

Stamrechtuitkering krijgen in België vanuit een stamrecht BV kan erg gunstig zijn als aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. Omdat veel Nederlanders in België wonen, kan het geen kwaad hier eens wat aandacht aan te besteden.

Onder de meeste belastingverdragen vallen periodieke uitkeringen onder de inkomsten uit vroegere arbeid die over het algemeen aan het bronland, in dit geval Nederland worden toegerekend. Als de stamrechtuitkeringen vast en gelijkmatig zijn, worden deze echter door de Belgische fiscus als lijfrenteuitkeringen gezien. En als deze inkomsten tesamen met bepaalde pensioeninkomsten niet boven de 25.000 euro uitkomen, heft Nederland geen belasting en België slechts tegen een tarief van 15% over 3% van de waarde van het stamrecht, vrijwel niets dus.

Maar waar moet je de stamrecht BV vestigen en moet het een Nederlandse BV zijn? Er zijn drie opties:

1. Een Nederlandse stamrecht BV oprichten die in Nederland gevestigd is.
In dat geval moet ofwel een in Nederland wonende directeur gezocht worden of je moet de directie vanuit Nederland voeren. Dat zou bijvoorbeeld kunnen als je nog in Nederland werkt.

2. Een Nederlandse stamrecht BV die in België gevestigd wordt.
Hier zit enige ambtelijke rompslomp aan vast met als consequentie extra kosten.

3. Een Belgische BVBA
Dit kan attractief zijn als je in België een eigen bedrijf wilt gaan uitoefenen. Het opzetten van een BVBA is echter wel ingewikkelder en duurder dan een Nederlandse BV.

Indien 1. mogelijk is, verdient dit veelal de voorkeur, tenzij je in België wilt gaan ondernemen, dan kan 3. aantrekkelijk zijn. Mogelijkheid 2. heeft alleen zin als de BV er toch al is en 1. onmogelijk is.

Het is wat uitzoekwerk waarbij hulp van een fiscalist die met beide landen ervaring heeft nuttig kan zijn. Maar het resultaat kan de moeite waard zijn. Zouden dorpen als Brasschaat soms vol met boventallige Nederlandse werknemers zitten?

stamrecht BV

Ontslagvergoeding en ww-uitkering

Een brandende vraag waar veel mensen ons mee benaderen, is of een ontslagvergoeding gekort wordt op een ww-uitkering. Het antwoord is vrij kort. Nee, dat is niet het geval tenzij er sprake is van verwijtbaar ontslag en dat is alleen het geval in situaties waar ontslag op staande voet gerechtvaardigd is en in gevallen waarbij de werknemer het initiatief tot ontslag neemt. Vraagsteller gerustgesteld.

Maar hoe zit het met uitkeringen uit een stamrecht BV of een andere stamrechtconstructie? Ook hier geen bedreiging, de ontslagvergoeding is juist bedoeld als vergoeding voor te derven inkomsten en de ww-uitkering betekent vrijwel altijd een achteruitgang in inkomsten.

Maar wel een kans. Het idee achter het stallen van een ontslagvergoeding in een stamrecht-bv is de belastingheffing uit te stellen naar een later tijdstip waarop minder belasting betaald wordt. Bij de maximale ww-uitkering van 3.081 euro per maand, bestaat nog bijna 2.000 euro ruimte voordat het inkomen in de hoogste belastingschaal valt (afgezien van aftrekposten en bijzondere situaties). Over maximaal 24.000 euro per jaar wordt dus een belastingbesparing van 10% (52% – 42%) gerealiseerd, 2.400 euro per jaar.

Ook al is die aanvulling op de ww op dat moment niet direct nodig, is het wel een gelegenheid om het beoogde voordeel op de belastingheffing over de ontslagvergoeding te realiseren. Een gelegenheid die zich later, bij het vinden van een nieuwe baan of het genieten van een goed pensioen, zich misschien niet meer voordoet.

Een kanttekening is hierbij op zijn plaats. De fiscale ruimte voor aanvulling van de ww-uitkering is er meestal niet in het jaar waarin de ontslagvergoeding ontvangen wordt, tenzij dit vlak na het eind van het jaar is. En ook in de jaren daarop kan het zijn dat dit fiscaal zorgvuldig geplande uitkeringsschema ruw verstoord wordt door het vinden van een nieuwe werkkring (of andere inkomsten). Dan wordt alsnog de gevreesde 52%-schaal betreden. Maar wie zou om die reden een nieuwe baan weigeren?

De ontslagvergoeding en de ww-uitkering gaan dus uitstekend samen. Jammer alleen dat de OESO onlangs Nederland heeft geadviseerd de duur van de WW-uitkering te verkorten.

het risico van stamrechtuitkeringen

Het uiteindelijke doel van een stamrecht-BV is het doen van stamrechtuitkeringen of beter gezegd periodieke uitkeringen. En dan liefst tegen een lager belastingtarief dan de gevreesde 52%. Een voorbeeld. Peter, 35 jaar wordt op 31 december werkloos en krijgt een ontslagvergoeding van een ton. De twee jaren daarna verwacht hij geen werk te vinden en hij laat zijn BV zichzelf gedurende twee jaar 4.288 euro per maand betalen. Deze uitkeringen worden gemiddeld belast tegen een tarief ruim onder de 40% waarmee hij in twee jaar ongeveer 15.000 euro belastingvoordeel in zijn zak steekt. Niets onoirbaars want daar is de stamrecht-BV voor bedoeld. Toch klopt er iets niet.

De uitkeringen zijn weliswaar periodiek maar voldoen niet aan het belangrijke 1%-overlijdensrisico criterium. Dat criterium houdt in dat over de gehele looptijd van de uitkeringen het overlijdensrisico van Peter minimaal 1% (om precies te zijn: 0,94%) moet zijn. Die kans is sterk gerelateerd aan de leeftijd. Iemand van 65 heeft een grotere kans om de komende vijf jaar te overlijden dan iemand van 25. Het goede nieuws voor Peter is dat zijn overlijdenskans in twee jaar bij lange na geen 1% is. Het slechte nieuws is dat hij de uitkeringen moet spreiden over 10 jaar, wat hem 965 euro per maand oplevert. Dat vinden wij in de regel niet genoeg om van te leven en Peter is daarin geen uitzondering.

Wat valt daar aan te doen? Behalve de mogelijkheid om te lenen van de BV of om een eigen bedrijf te beginnen en een salaris te genieten – waarop ik hier niet verder zal ingaan – is er nog een andere uitweg. Gelukkig behoeven voor het genieten van de stamrechtvrijstelling de periodieke uitkeringen niet vast te zijn maar mogen deze verschillen met een verhouding van maximaal 5 tussen de hoogste en de laagste uitkering. Waarbij wel geldt dat wat in het begin extra uitgekeerd wordt ten koste gaat van de latere uitkeringen. Een en ander dient actuarieel berekend te worden. Op die manier zou Peter wellicht de eerste twee jaar iets meer financiële ruimte hebben. Na rekenen, net als hierboven tegen een rente van 3% komen we uit op 2.539 euro per maand gedurende de eerste twee jaar en 508 euro per maand gedurende de resterende 8 jaar. Waarmee ruim de helft van de gouden handdruk in de eerste twee jaar is opgenomen en het keurslijf van het overlijdensrisico gelukkig iets ruimte biedt om een keer uit eten te gaan.

Geen stamrechtvrijstelling bij pensioen na ontslag

Second Start heeft bij haar advisering over de oprichting van stamrecht-BV’s naast de wet en de jurisprudentie ook veel te maken met het beleid van de Belastingdienst. Waar vroeger individuele inspecteurs de regels nogal eens verschillend toepasten, komt dat nu gelukkig steeds minder voor.

Onlangs kwam mij ter oren dat de Belastingdienst sinds kort een ander beleid toepast inzake de stamrechtvrijstelling. Als de werknemer met pensioen gaat in aansluiting op zijn ontslag en een gouden handdruk meekrijgt (het moge duidelijk zijn dat het hier niet gaat om een ruim tevoren met de werkgever afgesproken regeling want dan is er geen sprake van ontslag), zal niet meer worden goedgekeurd dat de stamrechtvrijstelling wordt toegepast. In dat geval is er geen sprake is van “gederfd of te derven loon” . Er wordt immers een al vaststaande pensioenuitkering genoten. Wel kan de rechter – als de werkgever of werknemer het hier niet mee eens is – anders beslissen.

Intern is dit door de Kennisgroep Pensioenen opgestelde beleid bij de Belastingdienst al bekend gemaakt. Het beleid ter zake van “te derven loon” zou al enige weken geleden worden gepubliceerd op de pensioensite van de Belastingdienst. Dit heeft echter nog niet plaatsgevonden omdat in de genoemde kennisgroep nog nadere vragen zijn gesteld. De verwachting is dat de bekendmaking van het nieuwe beleid tot oktober op zich laat wachten.

Al sinds enige jaren wordt eerder stoppen met werken ontmoedigd. Bij de stamrechtvrijstelling komt dit naar voren in art 32ba LB (vóór 2009: art 32aa). Wanneer de ontslagvergoeding gezien wordt als een regeling voor vervroegd uittreden is de werkgever een eindheffing loonbelasting van 26% (per 1 jan 2011: 52%) verschuldigd. Het wordt zo wel erg duur om een werknemer een paar jaar voor zijn pensioen te laten afvloeien.

Nu is dus ook stoppen op de pensioendatum minder aantrekkelijk. Is dit een versoepeling van het ontslagrecht of een stille hint om na je pensioendatum maar gewoon door te werken?

(met dank aan Gerard van Westen)

meer informatie over de oprichting van stamrecht-BV‘s